Naar hoofdinhoud

Maatschappelijke kosten en baten van zoetwatermaatregelen

Maatschappelijke kosten en baten van zoetwatermaatregelen

Om voorbereid te zijn op mogelijke toekomstige watertekorten werkt het Deltaprogramma Zoetwater aan een voorstel voor een nieuw maatregelenpakket: het voorkeurspakket. Hierover neemt de minister van Infrastructuur en Waterstaat, op basis van advies van de deltacommissaris, in 2021 een besluit. Om de besluitvorming te ondersteunen werkten Stratelligence, Deltares, Rijkswaterstaat en alle betrokkenen bij het Deltaprogramma Zoetwater de afgelopen 3 jaar aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Nooit eerder werd voor zo’n divers palet aan zoetwatermaatregelen een eenduidige en onderling consistente analyse uitgewerkt.

Inzicht in droogterisico’s

Een MKBA analyseert de verschillen (positief of negatief) op de welvaart tussen het voortzetten van huidig beleid en het uitvoeren van beoogde maatregelen. Het gaat hierbij niet alleen om financiële kosten en baten, maar ook om maatschappelijke effecten, zoals de invloed op de natuur. De uitkomsten van deze MKBA kunnen door bestuurders in de besluitvorming worden meegewogen, naast bijvoorbeeld draagvlak, solidariteit en duurzaamheid.

Voor de MKBA Zoetwater werd eerst de referentie (het ongewijzigd huidig beleid) in beeld gebracht. Hiervoor werd een risicobenadering gebruikt, waarbij de kans op en gevolgen van een grote variatie aan droogtesituaties in het huidige en toekomstige klimaat worden meegenomen. Deze risicobenadering is al lange tijd gebruikelijk bij waterveiligheidsvragen, maar voor droogte nog relatief nieuw. Met behulp van het Nationaal Water Model en effectmodules zijn de verwachte economische gevolgen van droogte op de belangrijkste gebruiksfuncties van zoetwater berekend: landbouw, scheepvaart, drinkwater, industrie en natuur. In het huidige klimaat is het geschatte droogterisico 370 miljoen euro per jaar. In het extreemste scenario neemt dit de komende 30 jaar toe tot 610 miljoen euro. Projectleider Neeltje Kielen (Rijkswaterstaat) is trots op de nieuwe aanpak: ‘Dit is een mooi voorbeeld van hoe we binnen het Deltaprogramma Zoetwater al doende leren en ontwikkelen. Daarbij hoort een open en creatieve mindset.’

Mislukte oogsten in Oost-Nederland door droogte in 2018.

Nieuwe aanpak om maatregelen te beoordelen

Daarna werden zo’n 180 aangedragen maatregelen, variërend van de tijdelijk opslag van water voor drogere perioden, de verdeling van het beschikbare water naar gebieden met een hoger droogte- of verziltingsrisico, het zuiveren en hergebruiken van riool- en proceswater, het reduceren van de watervraag door waterbesparende technieken en het aanvullen van de grondwatervoorraad, via een trechteringsmethode getoetst. Eerst werd er gekeken in hoeverre maatregelen te beoordelen waren. Vervolgens werden de overgebleven individuele maatregelen beoordeeld op kosteneffectiviteit door een nieuw ontwikkelde aanpak op basis van kengetallen en ondersteund met een quickscan van hydrologische effecten. Vervolgens is het door de zoetwaterregio’s samengestelde voorkeurspakket beoordeeld op kosteneffectiviteit, waar mogelijk onderbouwd met gedetailleerde Nationaal Water Model-berekeningen. Ook is voor alle zoetwaterregio’s gekeken of hetzelfde resultaat tegen lagere kosten gehaald kon worden met een alternatief pakket.

Gigi van Rhee (projectleider bij Stratelligence): ‘Het was een enorme uitdaging om een zo groot aantal heel diverse maatregelen consistent en kwantitatief te beoordelen. Ik ben er trots op dat dit met deze nieuwe aanpak gelukt is.’ Ook Marjolein Mens (projectleider bij Deltares) is positief: ‘Het landelijk verdelen van rivierwater tijdens droogte vraagt bovenregionale afwegingen. Alleen met een robuust zoetwatermodelinstrumentarium zijn die afwegingen goed in beeld te brengen.’

Verdorde natuur bij Nijmegen in de zomer van 2018. Foto: © Flip Franssen

Uitkomsten MKBA

Uit de MKBA bleek dat een groot deel van de maatregelen in het voorkeurspakket kosteneffectief is. Ook werd duidelijk welke maatregelen om uitgebreidere onderbouwing vragen. Voor laag-Nederland laat het voorkeurspakket en het overgrote deel van de individuele maatregelen een positief effect op de welvaart zien. Het alternatieve pakket is in euro’s iets gunstiger, maar scoort iets lager op de aanvullende kwalitatieve effecten.

Voor hoog-Nederland (de zandgronden) wordt niet met een voorkeurspakket gewerkt, maar met een programma dat via een zogeheten gebiedsproces de komende jaren verder wordt ingevuld. Hierbij wordt breder gekeken dan het Deltaprogramma Zoetwater. Zo worden er ook maatregelen genomen die binnen het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie passen, zoals het ruimte maken voor water in stedelijke gebieden.

‘Een groot deel van de maatregelen in het voorkeurspakket blijkt kosteneffectief’

Doordat hoog-Nederland werkt met een programma, spitste de analyse zich toe op de vraag welke soorten maatregelen, zoals stuwen opzetten, sloten dempen of bodemverbetering,  kansrijk zijn voor een positief kosten-batensaldo. De analyse laat zien dat er een pakket met een positief kosten-batensaldo mogelijk is. Uit de analyse volgt ook dat de maatregelen bijdragen aan het beperken van natuurschade, maar dat onomkeerbare schade aan de grondwaterafhankelijke natuur met alleen deze maatregelen niet voorkomen kan worden en verdergaande veranderingen van landgebruik en waterbeheer vergen. De zoetwaterregio’s gaan de komende maanden in gesprek over de uitkomsten van de MKBA.

Lees meer

Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

  • Velden met een * zijn verplicht.