Verzilting Brielse Meer: vaker bijmengen drinkwater voor industrie
Evides Industriewater moet in tijden van droogte wellicht vaker drinkwater mengen met water uit het Brielse Meer om de juiste kwaliteit water aan de industrie in de Botlek te leveren. Dat blijkt uit het eindrapport ‘Pilot Waterprofielen industrie’ van Infram/Royal HaskoningDHV, in opdracht van het ministerie van IenW. Het opgeleverde sjabloon en de handleiding bieden volgens de bureaus voldoende basis om waterprofielen breder toe te passen.
De Beleidstafel Droogte beval in 2019 aan om waterprofielen voor de industrie op te stellen. Tijdens de evaluatie van de droogte in 2018 bleek immers dat waterbeheerders te weinig inzicht hebben in de waterbehoefte van de industrie. Het ministerie van EZK bedacht vervolgens met VEMW de waterprofielen. Die moeten ervoor zorgen dat informatie over industriële watervoorziening beter wordt meegenomen in toekomstige besluitvorming over waterverdeling bij droogte, de zogeheten verdringingsreeks.
Betere besluitvorming
“Wij zijn blij dat ons idee om te gaan werken met Waterprofielen door de Beleidstafel Droogte is overgenomen en door I&M en EZK in een pilotproject is getoetst”, zegt Roy Tummers, directeur Water bij VEMW. “De resultaten tonen wat ons betreft aan dat dit nieuwe instrument op een zeer efficiënte manier kan leiden tot een betere informatievoorziening en besluitvorming over maatregelen bij een dreigend watertekort. En dat is goed nieuws voor zowel de waterbeheerders als de waterafhankelijke industrie in Nederland”
Waterprofielen
Het waterprofiel bevat informatie over het type water dat industriële bedrijven gebruiken, zoals drinkwater, grondwater en oppervlaktewater. Daarnaast geeft het profiel onder meer het globale innamepatroon van water door het jaar heen en waar de bedrijven het voor toepassen. Dat varieert van voedingswater voor proceswater, koelwater en stofbestrijding/nat houden van producten tot bluswater, proceswater, stoomproductie en sanitair. De bureaus keken ook naar de gevolgen voor de bedrijfsvoering en de rest van de keten als er een tekort is aan water.
Stoplichtmodel
De waterprofielen geven verder vijf gevoeligheidsparameters aan die van belang zijn voor industrieel watergebruik. Hierbij gaat het om het debiet, de temperatuur, zout, troebelheid en biologische stabiliteit. In het waterprofiel is dit vertaald naar een stoplichtmodel: groen, oranje en rood. Wanneer een parameter op groen staat, is een watergebruiker hier weinig gevoelig voor. Maar staat het op rood is de watergebruiker extreem gevoelig.
Pilot
De bureaus zijn begin maart 2021 in de Botlek gestart met de pilot om waterprofielen voor tien industriële bedrijven op te stellen. Het zijn er uiteindelijk acht geworden. Uit het eindrapport blijkt dat de industriële bedrijven in de Botlek voor de watervoorziening vooral afhankelijk zijn van zoetwater uit het Brielse Meer. Evides Industriewater gebruikt er jaarlijks ongeveer 50-55 miljoen m3 van voor de industrie. Een deel levert EIW ongezuiverd door, maar EIW maakt er ook demiwater en proceswater van.
Chloride
Wanneer het chloridegehalte in het Brielse Meer boven de 150 mg/l uitkomt, moet EIW drinkwater bijmengen om te kunnen voldoen aan de verplichtingen aan de afnemers. Ook voor bedrijven die het water direct gebruiken, is het van belang dat de chloridegehaltes laag zijn omdat dit anders schade in de installaties veroorzaakt.
Het drinkwater komt van Evides Waterbedrijf met als oorsprong Maaswater uit de Biesbosch. Het wordt vervolgens bijgemengd/opgewerkt tot de vereiste kwaliteit die EIW aan haar klanten levert. Dit is voor EIW echter ongewenst, omdat het hoge kosten met zich meebrengt. Daarnaast is drinkwater niet structureel beschikbaar en kan het alleen als tijdelijke back up worden gebruikt. In de zomer van 2018 is dit vanwege de langdurige droge situatie met hogere chloridegehaltes aan de orde geweest. Deze situatie zal volgens de auteurs van het rapport vaker gaan voorkomen.
Sjabloon
Het opgeleverde sjabloon en de bijbehorende handleiding bieden volgens Infram/Royal HaskoningDHV voldoende basis om waterprofielen breder toe te passen. Waterbeheerders kunnen de kar trekken en de coördinatie overlaten aan de voorzitters van de zoetwaterregio’s. Daarnaast bevelen ze aan om een implementatieplan op te stellen. Hierin kunnen de betrokken partijen nader uitwerken hoe en door wie waterprofielen vanuit verschillende ‘triggers’ opgesteld kunnen worden. Door bijvoorbeeld bij een nieuwe watervergunning een waterprofiel op te nemen, ontstaat een integraal waterbeeld. Hiermee biedt het een mogelijk handvat voor andere afwegingen, zoals welk type water in een bepaald gebied het beste gekozen kan worden.