Wateroverlast en droogte zijn twee kanten van dezelfde medaille
Geef het onderwerp ‘water’ daarom hoge prioriteit bij het maken van nieuw ruimtelijk beleid. Vanwege de toenemende vraag naar water, vooral door industrie, kan er een tekort ontstaan, stellen Margriet Donker-Van der Vinne, Klaas Wierenga en Tjip Douwstra. Volgens hen zouden kabinet én burger zich hier beter bewust van moeten zijn.
In onze provincie zal water altijd uit de kraan blijven stromen. Dat is zo voorgeschreven in de wet: Waterbedrijf Groningen moet voldoen aan de vraag. Om dit voor elkaar te krijgen is het nodig dat het bedrijf vergunningen krijgt van de provincie.
Tijdens de extreme hitte van afgelopen zomers steeg het waterverbruik van 120 naar 160 liter per persoon per dag. Technisch kan het Waterbedrijf dat prima aan, maar of het wenselijk is om zoveel te leveren? De verwachting is bovendien dat de vraag naar water tot 2050 alleen maar verder zal toenemen, door een groeiende bevolking en meer watergebruik in de industrie.https://fd54d60e58b1f37d78d39233edbfa93c.safeframe.googlesyndication.com/safeframe/1-0-38/html/container.html
Waterbedrijf Groningen tapt al dat drinkwater uit grondwater in waterwingebieden, en uit oppervlaktewater afkomstig van de Drentsche Aa. Grondwater is doorgaans schoon en goed beschermd door de bodem, en daardoor veilig te gebruiken als drinkwater.
Zoet is er schaars
Maar in de kop van Groningen is het meeste grondwater zilt, het zoete grondwater is er schaars. Het zou slim zijn om dit water voor landbouw en industrie te bestemmen, in plaats van super schoon drinkwater. Door de productie van speciaal industriewater zal het voor bedrijven die afhankelijk zijn van het gebruik van water ook in de toekomst aantrekkelijk blijven om zich hier te vestigen.
Het is belangrijk dat we zoeken naar nieuwe oplossingen, en dat we daar tijdig mee beginnen. Zo zouden we nieuwe putten kunnen slaan, maar voordat daarvoor, in overleg met grondeigenaren, geschikte locaties zijn gevonden en voordat ze technisch gerealiseerd zijn, ben je zo tien jaar verder.
Tegelijk worden de zomers steeds droger, wat schade oplevert voor natuur en landbouw. Het is dus zaak om het overschot aan neerslag in najaar en winter zoveel mogelijk vast te houden, bijvoorbeeld door het toe te voegen aan het grondwater. Maar Waterschappen hebben slechts controle over 15 procent van het oppervlaktewater, de grootste potentiële opslagcapaciteit voor water ligt bij eigenaren van landbouw- en natuurgronden. Zo gezien is het opslaan van water eigenlijk een publieke zaak.
Ondergrondse waterstromen
In het kader van duurzaamheid en circulariteit willen we niet meer onttrekken dan we toevoegen. Om goed beleid te kunnen voeren is het daarom noodzakelijk te weten hoe onze ondergrond in elkaar zit, welke grondsoorten en aardlagen er zijn. Hoe lopen de ondergrondse waterstromen en waar zijn de watervoorraden ondergronds beschikbaar?
Dat vraagt om een strategische grondwaterstudie. En niet alleen in onze eigen provincie. Grondwater houdt niet op bij provinciegrenzen en provincies zijn te klein om zelfstandig te opereren en hier zelfstandig beleid op te maken. Er is noordelijke, zelfs landelijke aandacht en afstemming nodig.
Op landelijk niveau moeten we meer ruimte voor water maken, want meer ruimte betekent dat we water langer vast kunnen houden en meer beschikbaar hebben. Oude meanderende watergangen zijn de waterschappen al zoveel mogelijk aan het herstellen. Maar vooral zandgronden en veengebieden hebben in Nederland meer aandacht nodig. Ook moet er veel meer aandacht komen voor het bepalen van de functie van land op basis van de bodemkenmerken.
Watertoets
Het is van het grootste belang dat bij nieuw ruimtebeleid het onderwerp ‘water’ een meer prominente plek krijgt. Begin bij water en maak vandaaruit beleid. Dit kan door gebruik te maken van de Watertoets. Dit is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten.
Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen worden zo verplicht om de waterbeheerder vroegtijdig in de planvorming te betrekken en om daarover verantwoording af te leggen.
In deze formatietijd doen we een oproep aan de verantwoordelijken in Den Haag om anders om te gaan met waterbeleid en -beheer. Tegelijkertijd doen we een oproep aan de consument om anders om te gaan met watergebruik. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor goed (drink)water nu en in de toekomst.